Woensdag 3 augustus

Na een aantal honderd kilometers gereden te hebben kwamen we eindelijk aan op onze eerste bestemming: Alnwick.

Reclame - Ik gok dat het over gokken gaat.

Deze tent verdient even een korte geschiedenis les zodat je weet waar de fuss over gaat.

Terug in 1912 was Titanic nog helemaal niet populair of een hoog behandeld item op nu.nl . God kon hem nog gewoon zinken en de enige reden waarom deze schuit als “Grootste schip op aarde” werd beschouwd was omdat ze veel te veel meubels van Leen Bakker aan boord hadden gedragen.
Maar waarom dan?
Nou, er bestonden nog twee schepen, nouja, bijna. De 3e was nog in de maak. Je had de Olympic, Titanic en Gigantic. Die laatste is wegens politieke correctheid omgedoopt tot Britannic. Zelfs toen hadden ze al last van watjes in de politiek.
Deze drie honken staal noemde men de Olympic Class. Vernoemd naar de eerste die gemaakt werd. Dus, zoals je mag verwachten ging alle aandacht naar de Olympic voordat Titanic met de eer er vandoor ging. Dit schip was grotendeels identiek m.u.v. wat aanpassingen. Eens in het jaar komt er dan ook altijd weer een domme krant of website aanzetten met een achterlijke theorie over dat Titanic en Olympic waren omgewisseld wegens verzekeringsfraude. Als je dit ooit leest, ga direct door naar de horoscopen, want die zijn nog geloofwaardiger.

Anyway, ik dwaal af. Een hele boel Titanic foto’s waren dus eigenlijk van de Olympic. Deze schuit is de enige van de drie die niet naar de bodem is gezonken en heeft het tot de jaren 30 volgehouden waarna die is omgetoverd tot theelepeltjes en Dolce Gusto machines. Bij de sloop van dit schip is gelukkig een hele boel aan interieur gespaard gebleven. Ook ik zelf heb een stukje houtwerk thuis liggen, maar dat is niets vergeleken met wat de White Swan Hotel in Alnwick heeft.

Dit is de 1e klas Lounge aan boord van de Olympic. Hoe weet ik dat? Het staat er onder.

Exact dezelfde ruimte als deze was ook aanboord van de Titanic geplaatst en is ook in de James Cameron film een paar keer getoond.

De eigenaar van dit hotel was zo vriendelijk geweest om bijna al het houtwerk van deze ruimte over te nemen en dit in hun restaurant te plaatsen. Je hebt dus bijna een volledige replica van deze ruimte te bezichtigen. Alleen is het geen replica, maar ook gewoon echt deze zelfde ruimte. Echter niet meer op zee. Dat dan weer niet.

Toen wij aankwamen stapten er gelijk twee man op ons af om een foto te maken met de Daf. No problemo!

Eigenlijk wouden wij alleen die ruimte bezichtigen, maar ik was wel toe aan een goed bed dus we zijn voor €130,- (o.i.d.) een nachtje blijven slapen.

Geen mot of mug te bekennen!

In het trappenhuis was al gelijk wat anders kenmerkends te zien. Stukken railing van “The Grand Staircase”, wat de wereldberoemde trap is waar de glazen koepel boven hing. Ook meermaals getoond in de 1997 film.

Zelfs met zo’n lelijkerd op de achtergrond ziet het er nog mooi uit. Dat is pure kwaliteit, dat zeg ik je.

Toen was het moment aangebroken:

Diner in het restaurant.

Speciaal voor ons was iedereen weg gegaan. Nee, het was daar gewoon uitgestorven. Alsof iedereen naar de reddingsboten was vertrokken.

Clint moest gelijk met zijn tengels aan alles zitten wat open of dicht kon.

Terwijl ik mij zat te bezatten.

Om daar in die ruimte te zitten voelde heel raar. Sinds mijn elfde hou ik mij al bezig met de Titanic. Ik heb deze ruimte zelfs ooit in 3D nagemaakt voor een computerspelletje. Het voelt dus nogal onwerkelijk om nu fysiek in die ruimte te zitten. Geen namaak, maar echt het werk van de mensen die het oorspronkelijk gemaakt hebben.

Tijdens het eten heb ik ook voortdurend om mij heen zitten kijken. Zelfs al heb je niets met Titanic, het houtwerk alleen al is een bijzonder merkteken van een vergane ambacht uit een tijd die lang voorbij is.

Uiteindelijk hebben we nog even wat authentieke foto’s bij de open haard gemaakt. Dit was eigenlijk de enige reden waarom wij een gilet hadden meegenomen.

meer dan honderd jaar later staat deze achterlijke debiel tegen dezelfde open haard te leunen als die op die foto daarboven.

Locatie:
https://www.google.nl/maps/place/The+White+Swan/@55.4129935,-1.7042,19.58z/data=!4m5!3m4!1s0x0:0x95db2c944825896c!8m2!3d55.4131222!4d-1.7044191

Blijkbaar was er nog een kasteel in Alnwick dat nogal populair is door meerdere films waaronder Harry Potter, waar iedereen ons over vroeg toen wij weer terug waren. We zijn daar niet geweest. Oeps. Sterker nog, wij waren er niet eens van bewust toen wij in Alnwick waren.

Nee, wij waren inmiddels naar schapen aan het kijken op een mooie landweg richting Cairnryan.

Donderdag 4 augustus


Als je goed kijkt, kan je zien dat één van die schapen een zonnebril draagt.

Blijkbaar reden wij door een natuurreservaat. De route was fantastisch.

Zo her en der zag je een stukje land van een passief-agressieve boer die tegen het kappen van bomen was.

Het enige wat jammer was van deze route; Het liep dood.
Daar kwamen we na tig kilometers pas achter aan het uiteinde van de weg. We konden dus het hele pokke eind weer terug rijden. Ach, nu mocht ik even achter het stuur!

Op een heel kort stukje snelweg dat wij pakten richting Glasgow zagen wij nog andere Nederlanders in de verte, met de Kip Kompakt!

Je weet dat je caravaninhoud klein is wanneer je je ligbed aan de buitenkant moet vastbinden.

Die hele omgeving tussen Alnwick en Cairnryan was episch. Juist omdat die bergen kaal waren leek het nog groter dan het werkelijk was.

God weet waar wij intussen waren beland, maar de zon ging laag hangen dus het was tijd voor onze volgende wildkampeer ervaring.
Aangezien ik de vorige keer helemaal krankjorum werd van die bosrand waar wij tegenaan zaten, was ik blij dat we in een omgeving zaten waarin elke berg kaalgeschoren was…

….Ik haat mijn leven…

Ergens op een willekeurige weg waar het ineens dik bebost was sloegen wij af waar wij op een stukje houtzageritus terecht kwamen met wat omgezaagde bomen. Dit was een soort van open veldje dat door het kappen was ontstaan. Dit vond ik al een beetje… beetje.. zegmaar, maar het kon door.
Toen zag Clint ineens tussen wat struiken een bospad lopen waar we persé in moesten kijken dat uiteindelijk hier uitkwam. Een klein grasveltje tussen twee joekels van bomen, en dan bedoel ik écht een joekel:

Terwijl ik dacht “no…fu©king…way” zat Clint al de greppel voor ons kampvuur te graven.

Het werd al snel donker. Toen we voor hout gingen zoeken bleek dat het nog helemaal niet donker was, maar omdat wij in zo’n gat waren gereden dat tijdstip toch iets was ingekort.

Afijn, kamp Daffodil was weer opgezet:

Door een omgeflikkerde koelbox mocht mijn slaapzak eerst even verdampen omdat hij was doordrengt met gesmolten ijsblokjes.

‘s avonds was het daar echt pikke, en dan ook écht PIKKE donker. Je kon geen twee meter ver kijken. Combineer dat met drie homofiele bosuilen die zaten te joehoehen en wat andere vage bosgeluiden, en ik lag weer de hele avond wakker. Al moet ik zeggen dat het ditmaal niet zodanig eng was als de eerste keer omdat wij nu de omgeving bij daglicht hebben kunnen verkennen en omdat er geen buitenaardse geluiden van gemartelde beesten klonken.
Mijn tent stond uiteraard tussen die van m’n maat en de Daf voor het geval dat er ineens een Bengaalse tijger uit de bosjes zou springen.

Vrijdag 5 augustus

De volgende ochtend scheen er een aangenaam zonnetje precies naar binnen in ons privé grasveld.

Je merkte dat de natuur in harmonie was.

Daar waar wij de Daf hadden omgekeerd was het een ander verhaal…

Het is toch een grappig idee hoe deze auto nog enigszins voor offroad te gebruiken is. Het pad om hier te komen was modderig met veel grote keien en ander biologisch troep. Met mijn Punto of menig ander moderne auto zou je hier nooit overheen kunnen rijden.

De rest van de dag waren wij doorgekacheld naar Cairyrnyrryrearyyian of zoiets.

Kijk! daar is de haven! Ik pak even de tickets…

Drie uur later had ik die uit het dashboard kastje kunnen vinden.
Hoe laat vertrok de boot ook alweer?

half 3….
..
….’s nachts… ;_;

We konden onszelf wel doden, maar kozen toch maar om de tijd te doden door een bezoekje te brengen aan Portpatrick. Het meest westelijke plaatsje van dat noordelijke uitsteeksel.

In dit kleine rustige plaatsje besloten wij om maar even wat te gaan eten. Na de zoveelste keer een blik bonen gegeten te hebben deed het gewoon pijn in mijn mond om dit op mijn bord te zien liggen.

Na het eten liepen we het restaurant uit waar wij tot onze verbazing zagen dat ineens heel Engeland had besloten om een bezoekje te brengen. Het hele dorp stond vol mensen.

Ze zaten zelfs op de rotsen!

Dit kon maar één ding betekenen; De Titanic vaart weer en komt langs!

Nee. Het was een regenton botenrace.

Blijkbaar doen ze dat daar als traditie. Een groepje mensen roeien een rondje op zo’n boot terwijl iedereen op de kant waterballonnen naar hun toe werpt. Nee, ons eten was niet gedrogeerd.

Door al die gezelligheid besloten we maar nog even wat rond te gaan wandelen. Het dorpje ligt langs wat kliffen en je kon Ierland al zien liggen.

Tijdens onze klim naar boven begon “The Bridge of Khazad Dum” in mijn hoofd te spelen.

En daar boven op die berg, daar stond een oude antenne installatie wat mij het idee gaf alsof ik in een post-apocalyptische wereld was beland.

Echter waren wij de enige twee zombies.

Afijn, het werd donkerder dus wij moesten even gauw ergens onze tent neer pleuren om een paar uurtjes te gaan pitten.
Ondanks dat je overal mag wildkamperen, is elke lap grond wel van iemand en staat er dus een hek omheen. Deze boer had hem vergeten te plaatsen, dus op dit grasveld konden wij mooi staan.
https://www.google.nl/maps/@54.8830743,-5.0180615,3a,75y,70.73h,66.72t/data=!3m6!1e1!3m4!1snvoEjdccYYeS0PZ6wHdIhg!2e0!7i13312!8i6656

We stonden zo ver mogelijk uit het zicht van iedereen. Een paar keer hoorde we de boer achter de heg langsrijden in een dikke brullende SUV wat wel een beetje spannend was. Geen idee of hij ons doorhad. In elk geval hadden wij achter de voorruit ons verontschuldiginspapiertje geplakt waarin stond dat wij zo weer weg waren en dat wij de boel zouden achterlaten zoals wij het vonden.

Zaterdag 6 augustus

Een paar uur later werden we wakker onder één van de mooiste dingen die ik ooit heb gezien. Omdat het daar zo afgelegen was had je amper lichtvervuiling van de bewoonde wereld. Je kon werkelijk waar zo ontzettend ver het heelal in kijken dat je de melkweg kon zien. (die vage ruimte wolk)

Ik probeerde een foto te maken, maar mijn camera is te goedkoop.

Iedereen die ooit naar de middle of nowhere is geweest weet wat ik bedoel.

Terwijl wij onze tenten weer zaten in te pakken kwamen wij er achter dat deze boer blijkbaar naaktslakken verbouwde. Want ze zaten werkelijk waar overal! onder de tent, in de achterklep, ze zaten zelfs in de Daf! Die bastards waren gewoon door de ventilatie heen naar binnen gekropen.

Goed, wij hadden ongeveer een uurtje de tijd om naar de haven te rijden, maar wij moesten Stranraer nog door. En ‘s avonds ziet Engeland er nou net iets anders uit dan overdag. De hele weg was foetsie, het leek het betoverend doolhof wel.
Na 3 rondjes gereden te hebben, niet meer wetende waar noord of zuid lag, kwamen we toevallig een bewoner tegen die over straat liep waar wij de weg aan konden vragen.

Had ik al gezegd dat het vrijdagavond was? Ik ben absoluut tegen rijden onder invloed, maar nu konden wij niet anders. Want op het moment dat zijn mond open ging kwam er toch een walm aan alcohol zijn muil uitzetten, we hadden allebei per direct 8,5 promille alcohol in ons systeem zitten. Om het erger te maken dacht hij dat wij op 3 kilometer afstand van hem zaten dus hij leunde ook nog eens even lekker in om wat duidelijker met ons te kunnen communiceren. Ik rook 7 pints Guinnes, 4 shotjes Glenlivet een BaCo en een suikerriet cocktail allemaal door elkaar. We hadden even vergeten dat hij natuurlijk net terug strompelde vanuit de kroeg. En slijn splaakkeblek hliep ooc nyiit.
Hij stond te vertellen “ye go roight, und then on dah left yar take eee roight andeh, at yer roiggjt ya find e… roight…” We moesten zo vaak rechtsaf, zelfs Geert Wilders is niet zo rechts als dat de instructies van deze vent waren. We gingen er dus maar gewoon vandoor en gokte het er maar op. Waarschijnlijk staat hij daar nu nog te vertellen.

Wat bleek, aan het einde van de straat moesten we gewoon rechts en daarna kon je al meteen de borden weer volgen.

En nog netjes op tijd kwamen wij aan in de haven van Cairnryan.

Op naar de volgende bestemming. Belfast…

Zelf iets toe te voegen aan mijn verhaal? Laat het weten!
Reclame - Want je hebt nog niet genoeg zooi.