Het was een grauwige winterdag, regen en hagel veroorzaakte onrust in de stallen en de modderige straten bood uitdaging voor iedere koets die de weg wilde trotseren. In de kelder onder de lokale herberg bekokstoofden twee dwazen het plan om hun nieuwste creatie vol trotsch aan de wereld te tonen.

Wacht, dat klopt voor geen snars. Het was half april…

Reclame - Ik gok dat het over gokken gaat.

Ooh ja hoor, het moment van de waarheid! Alles is nagelopen, afgesteld, schoongemaakt, en waar nodig vervangen. Dan zit er nog maar één ding op:

Inbouwen die handel!

Een moment wat nog zo ver weg leek toen het eerste moertje werd losgeschroefd, maar nu toch daadwerkelijk aanwezig, en nog net op tijd ook! Want nog geen 3 dagen later was het alweer tijd om deze revisie meteen door de test te trekken, door 550 kilometer naar Frankrijk toe te rijden en weer terug. Om al niet te spreken van de Chernobyl trip.

Maar nog voordat ik naar Clint toe kon, had ik thuis heel eventjes de tijd om even een elektrische upgrade in te bouwen in de Daf, namelijk een 12 volt stopcontact. Ik had even geen speciale inbouw unit tot mijn beschikking, dus hoe lossen wij dat op? Zo dus:

Je propt een draad in de plus, keert de veren van de min om, en propt daar weer een paar steekschoenen op, en voilá! het werkt.

Geen zorgen, dit was even een noodoplossing. Intussen heb ik daar een mooi paneel voor verzonnen. Die krijgen jullie nog wel een keer te zien.

Goed. Eenmaal bij Clint konden de puntjes op de i worden gezet. Met alles in elkaar, is dit hoe het blok eruit ziet:

Dan kan nu het blok er in. Oh nee wacht, we moesten nog een hotspot pijp fixen.

Met nauwkeurige precisie en hoogwaardige materialen hebben wij de kachelpot weer met het inlaatspruitstuk verbonden.

Hmm, we merkten echter dat de lucht van de frituurpan ineens niet meer naar buiten ging wanneer wij de afzuiging aanzette. Dus wij moesten wat anders verzinnen.

Als wij nou een kleine flens aan het spruitstuk maken, dan kunnen we zo een flexibele slang trekken tussen de pot en spruitstuk. Zo gezegd, zo gedaan.

Het resultaat was… Tja hoe zou je het zeggen…

Ik denk dat er mannen zijn die hun ‘gloriedagen’ achter de rug hebben en momenteel in bezit zijn van een lichaamsdeel dat niet gek veel anders oogt dan dit.

Ach, als het maar werkt toch?

Even voor de kachel de primer laten inbakken, en klaar is de flens.

Zo. Nu alleen nog het stuk flexibele pijp ertussen.

Nou, flexibel mijn reet. Een graniet aanrecht is nog flexibeler dan dit stuk wangestalte. We moesten met ons volle gewicht eraan hangen om er maar een beetje vorm in te krijgen. Want, de pijp mag niet onder spanning staan, anders kan het gedeelte van het spruitstuk gaan scheuren, en zijn we weer van voor af aan.

Maar het is gelukt!

Naderhand heb ik deze verbinding nog met FireGum moeten dichtsmeren om te voorkomen dat er nog uitlaatgassen konden ontsnappen. Intussen is het circuit helemaal afgesloten.

Met het pijpje af, is nu het moment aangebroken. Aanschouw de achtergebleven ravage:

Ouwe meuk:

En ben ik blij dat ik een stofmasker gedragen heb:

Het blok is af!

Even een kleine vergelijking.

Voor:

Na:

Verrassend genoeg kregen wij het blok makkelijker de trap omhoog dan naar beneden.

Na dagenlang in die vochtige kelder te hebben gelegen, werd het blok weer eindelijk herenigd met de Daf, en daarbij ook met de buitenlucht.

Voor:

Na:

Met een beetje krikken stond de Daf weer hoog genoeg om het blok onderdoor te kunnen kantelen.

Het blok nauwkeurig op zijn plek hijsen bleek nog vrij lastig. Maar! Lang leve het lompe gereedschap dat ik voor de Punto nodig had. Even een motordragertje erboven, en hoppa! Op z’n plek dat ding!

Deze dien je uiteraard erg verantwoord vast te maken aan het blok.

Als extra hulp om de motordrager op zijn plek te krijgen, kwam de krik mooi van pas. Tis haast alsof het ervoor gemaakt is.

En hij hangt weer!

Een paar kersverse pakkingen tussen de uitlaat mag uiteraard niet ontbreken.

Met de uitlaat vast kon nu ook de hotspotpijp zelf ertussen. Omdat de aansluiting op de uitlaatdemper was dichtgelast, moesten wij deze ook met een stuk flexibele slang verbinden. Dat werkt dan weer verrassend goed!

Tot slot nog even de fusee armen weer vastbouten, en voilá! het blok zelf is weer gemonteerd.

Dan kan nu al deze meuk weer worden aangesloten:

Nieuwe oliedruksensor:

Vervolgens kon de carterontluchting en ontstekingshuis er weer op:

Wat volgde met de carburateur:

En de bobinebeugel, die verbonden is met de bovenste bout van de waaierkap. Makkie!

Zucht… Er moest iets zijn wat mis ging. In dit geval had ik blijkbaar de verkeerde moer erop gedraaid waardoor de bout in de plastic behuizing dol draaide en ik de moer er niet meer vanaf kreeg.

1 ijzerzaag, 2 gebroken boortjes, en een verklote beugel verder:

Janken. Dat is wat ik kan.

Met een tapset heb ik heel voorzichtig een beetje draadeind op het restant kunnen draaien en daarop nog een moertje kunnen schroeven. Omdat ik het echter niet vertrouw heb ik de bobine met tie-rips nog extra vastgemaakt. Erg jammer, maar voorlopig de beste oplossing.

Terwijl ik bezig was werd ik nog begroet door een ander mooi gevaarte.

Een prachtige brullende Chevrolet kwam iemand even afzetten. Het gaf even een gigantisch contrast met de Daf. Want zoals je ziet, zijn de letters op de nummerplaat anders.

Nog een paar uurtjes sleutelen, en:

 

Hij is af!

Nu alleen nog deze puinzooi opruimen.

Het duurde echter nog 2 dagen voordat het blok weer normaal wilde lopen. Telkens als ik gas gaf haperde het blok hevig, en zo af en toe tijdens het rijden viel deze ineens gewoon stil.

Even een bezoekje bij Fred kwamen we er al snel achter wat het probleem was:

Ingebrande contactpuntjes… Ik heb verdomme 600 euro aan zooi zitten vervangen, en het enige waar ik niet aan heb gezeten ging stuk. @_@

Afijn, in elk geval was ik op tijd klaar om naar Frankrijk te gaan.

Met de accu van de Punto en een strobelamp heb ik de ontsteking nog even zuiver op tijd gezet. 2 streepjes markeren het bovenste dode punt en het voorontstekings-merkteken. Die laatste dient te worden uitgelijnd met een streepje op het blok zelf.

Met het blok weer afgesteld en wel, was het tijd om naar Frankrijk te gaan.

Niet alleen liep het blok als een zonnetje, van de verschillende voertuigen die naar dezelfde bestemming gingen, waren wij zelfs de eerste!

Nouja, bijna alles ging goed dan. Er moet natuurlijk altijd iets kapot gaan, dus dit keer brak de uitlaat ophanging af.

Daar hoort eigenlijk rubber tussen te zitten… Achja, het is intussen gerepareerd.

Het geeft ontzettend veel voldoening om zo’n eind gereden te hebben, wetende dat het blok gietijzer dat die kar voorttrekt nog geen week ervoor bijna helemaal uit elkaar lag.

Dus al met al is deze halve motor revisie een groot succes, en wat we allemaal weten, iets waar ik ontzettend veel profijt van heb gehad tijdens de 5500 kilometer trip naar Chernobyl. Wat daarvoor nog een erg onbetrouwbare wagen was die met regelmaat weer nieuwe kuren vertoonde, is nu herboren naar een trommel die steevast doorpruttelt en ik nu eindelijk op kan vertrouwen. Bedankt voor het lezen, en tot de volgende keer.

Zelf iets toe te voegen aan mijn verhaal? Laat het weten!
Reclame - Want je hebt nog niet genoeg zooi.